Joodse dokters werden door Jozef Stalin beschuldigd van een samenzwering om de Sovjet-elite te vermoorden.
Een groep bekende Joodse dokters werd ontslagen, gearresteerd en gevangen gezet, beschuldigd van een samenzwering om de Sovjetleiders te vermoorden. Daarna steeg het aantal aangiftes tegen Joden enorm. Het verhaal over dit complot was één van de vele waanideeën van Stalin, die steeds vaker tot anti-Joodse maatregelen leidden. Hij noemde de Joden ‘een volk van spionnen’. Zo werden Joodse acteurs uit films en boeken geknipt en werd het feit dat er in de concentratiekampen van de nazi’s vooral Joden waren vermoord nauwelijks in de geschiedenisboeken van de Sovjet-Unie vermeld. Helemaal op het einde van zijn leven zou Stalin zelfs het plan hebben gehad om alle Joden in de Sovjet-Unie gedwongen af te voeren naar Siberië om ze daar te laten werken en wonen. Hij stierf echter in maart 1953. Vlak na zijn dood werden alle dokters die gevangen zaten weer vrijgelaten.