De pest werd verspreid door ratten die bacteriën bij zich droegen. Waarschijnlijk werden deze door vlooien overgebracht op mensen. Mensen met de ziekte kregen grote zwarte builen op hun lichaam en velen stierven, vandaar de bijnaam Zwarte Dood. In die tijd wist men nog niet dat de ziekte door ratten werd verspreid. Joden werden vaak aangewezen als zondebok. Er gingen verhalen dat de Joden het drinkwater hadden vergiftigd, dat het een complot was om de christenen te vermoorden. Bange en woedende groepen mensen roeiden honderden Joodse gemeenschappen uit in steden in heel Europa. Zo werden er bijvoorbeeld 900 Joden levend verbrand op Valentijnsdag 1349 in Strasbourg (Frankrijk), nog voordat de pest de stad had bereikt. Het was een preventieve maatregel om te zorgen dat de burgers niet besmet zouden raken.