Het verschil tussen religieus en economisch antisemitisme, en biologisch antisemitisme, is dat Joden bij de religieuze variant nog ‘gered’ konden worden, bijvoorbeeld door bekering. Bij biologisch antisemitisme kon dat niet: Joden werden gezien als van nature slecht. Dat idee hing samen met de opkomst van het quasi-wetenschappelijke idee dat de mensheid was verdeeld in superieure (hoge) en inferieure (lage) rassen. Zo ontstond ook het idee van een Joods ras, dat als inferieur werd beschouwd.
Wilhelm Marr (1819 - 1904) een werkeloze Duitse journalist, kwam met de term 'antisemitisme'. Volgens Marr was er een strijd tussen de Joodse en de Duitse ‘volksaard’, en maar één van de twee kon overwinnen. Een overwinning van Joden zou volgens hem het einde van Duitsland betekenen. Aanpassing van Joden aan de Duitse maatschappij vond hij geen oplossing. In 1879 richtte Marr de Liga van Antisemieten op, die de zogenaamde bedreiging van Duitsland door de Joden wilde bestrijden en hen het land uit wilde zetten.
Vooral de universiteit van Heidelberg liet zich leiden door de term ‘ras’ en het daarbij horende ‘rassenhygiëne’. Dat idee leidde in 1939 tot Aktion T4, een operatie waarbij geesteszieken en gehandicapten in het Derde Rijk werden gesteriliseerd en vermoord.
Ook Hitler vond het Duitse ras superieur aan alle andere rassen en vond het Joodse ras het slechtste. Hij wilde dit ras uitroeien, zodat het zich niet zou vermengen met het Duitse. Dat zou het Duitse ras verzwakken en uiteindelijk doen uitsterven.