De vervangingsmythe werd voor het eerst genoemd in een gesprek tussen de Jood Trypho en de theoloog Justinus de Martelaar, die Trypho wilde overtuigen dat Jezus de Messias voor alle mensen is, dus ook voor de Joden.
Toen de christelijke kerk in de Middeleeuwen aan macht won, vertelde zij deze mythe om Joden uit te sluiten als het uitverkoren volk van God, om zelf meer aanhangers te winnen en om Joden de schuld te geven van maatschappelijke problemen. (Zondebok is de term die gebruikt wordt als de ene groep ten onrechte zegt dat maatschappelijke problemen de schuld zijn van een andere groep.) Deze mythe sloeg aan bij de grotendeels christelijke bevolking van Europa en werd misbruikt om Joden onder dwang te bekeren, te vervolgen of te verbannen.