20e eeuw
Afbeelding bij Arabisch antisemitisme

Arabisch antisemitisme

In de 20e eeuw werden oude, vaak christelijke antisemitische mythes uit Europa in de Arabische wereld overgenomen en vermengd met bestaande vooroordelen, vooral in anti-Zionistische (later anti-Israel) propaganda.

Meer informatie

In de Arabische wereld woonden al eeuwenlang Joden en vonden van tijd tot tijd pogroms plaats. In de 20e eeuw ontstond er een mengvorm van antisemitisme in de Arabische wereld, waarbij mythes zoals het ‘bloedsprookje’ en de ‘Protocollen’ uit Europa werden geïmporteerd. Deze mythes werden gebruikt in uitingen waarmee Arabische leiders vijandschap kweekten tegen Joden in de eigen leefomgeving. In de jaren 1910 bijvoorbeeld riepen Arabische leiders op om de Joden te doden, wat leidde tot pogroms in plaatsen als Shiraz, Iran (1910) en Fez, Marokko (1912). In de jaren 1920 waren er pogroms in het toenmalige Britse mandaatgebied Palestina, onder meer in Safed, waar in 1929 ongeveer twintig Joden werden vermoord en in Hebron, waar dat jaar 67 doden vielen.
Een van de ophitsers van deze pogroms in het toenmalige Britse mandaatgebied Palestina was grootmoefti Amin Al-Hoesseini. Tijdens de Tweede Wereldoorlog woonde hij in Berlijn en zocht hij steun bij de nazi’s tegen het Brits mandaat in Palestina en de komst van Joden naar het gebied. Hij verzorgde onder andere antisemitische radio-uitzendingen vanuit Berlijn.
Na de stichting van de staat Israel ontnamen veel Arabische landen de Joodse inwoners hun burgerrechten, soms ook werden hun bezittingen in beslag genomen of waren er pogroms. In totaal vluchtten ongeveer 850.000 Joden uit Arabische landen.
Ook ver na de Tweede Wereldoorlog kende de islamitische wereld uitingen van antisemitisme. Zo heeft de toenmalige president Morsi van Egypte in 2012 nog gebeden om de dood van de Joden.